Hallo bloggers.

Voor school moeten we een aantal opdrachten maken voor Beeldende Vorming lessen.

Veel kijk plezier en geef gerust reacties.

Groetjes,

Stefanie, Melanie, Jasmijn en Simone.

donderdag 5 april 2012

opdracht 6

Opdracht: Fotografeer je werkstuk en plaats deze foto met een beknopte reflectie op het web-log. beschrijf hoe tijdens de werkvorm de 2 productieve opdrachten (2D en 3D) tot stand gekomen zijn. Plaats het verslag en de opdrachten op het web-log.

2D Opdracht:

ORIËNTATIEFASE
(hoe maak ik de ll-en betrokken / nieuwsgierig?)
(hoe blik ik terug op dat wat eerder is geleerd?)
(hoe geef ik overzicht over het verloop en het doel van de les?)
(verwachtingen en organisatie bespreken / opdracht of taak uitleggen)

Ik bespreek met de kinderen welke dieren hun lievelingsdieren zijn en in welke omgeving hun lievelingsdieren voorkomen. Als we dit hebben besproken nemen ze allemaal een lievelingsdier in hun gedachte en schrijven deze op een blaadje. Deze dieren gaan de kinderen tekenen. Maar niet zomaar, ik leg aan de kinderen uit dat ze allemaal een kaartje mogen trekken, op de kaartjes staat een landschap, omgeving in woorden omschreven; jungle, winkelstraat, woestijn, oceaan enz. Als elk kind een kaartje heeft ga ik ze vertellen wat de bedoeling is, de kinderen gaan hun lievelingsdier natekenen in de omgeving die ze hebben getrokken. Het maakt helemaal niets uit als dit dier helemaal niet in deze omgeving thuishoort, je zult op deze manier vreemde combinaties krijgen, een vis in de jungle, een koe op de zeebodem of misschien wel een olifant midden in een winkelstraat.     


UITVOERINGSFASE
(welke activiteiten worden ondernomen om het doel te bereiken?)

De kinderen krijgen allemaal een a-4tje om op de tekenen, ze pakken zelf hun tekenspullen (grijs potlood, gum, punteslijper, kleurpotloden en eventueel hun liniaal) erbij. Ze gaan aan de gang met hun tekening. Ze tekenen eerst het dier en daarna tekenen ze pas de omgeving er omheen, het gaat er echt om dat het dier centraal staat in de tekening. De kinderen kunnen het dier ook extra op laten vallen door hem bijvoorbeeld knalroze of felgroen te kleuren, dit is helemaal aan hun. Tijdens het werken loop ik rond om te kijken of alle kinderen op gang komen met hun tekening, misschien zijn er kinderen bij die iets meer gestuurd moeten worden om aan het werk te gaan met deze opdracht. Het is de bedoeling dat de kinderen uitsluitend met kleurpotloden werken, ze mogen niet tekenen of kleuren met wasco of viltstiften.   



AFSLUITINGSFASE
(hoe rond je de les af? )
(op welke manier evalueer je de les en kijk je terug op de doelen?)
(vooruitblik op de komende les(sen)

De kinderen hebben tijdens het werk op hun eigen plek gewerkt en de tekeningen van hun klasgenoten nog niet gezien. Ik zal een paar willekeurige tekeningen aan de rest van de groep laten zien, de kinderen zien op deze manier wat een rare combinaties eruit zijn gekomen. De tekeningen komen natuurlijk allemaal in het klaslokaal te hangen.





3D Opdracht:



ORIËNTATIEFASE
(hoe maak ik de ll-en betrokken / nieuwsgierig?)
(hoe blik ik terug op dat wat eerder is geleerd?)
(hoe geef ik overzicht over het verloop en het doel van de les?)
(verwachtingen en organisatie bespreken / opdracht of taak uitleggen)

Ik bekijk met de kinderen de foto’s van de hond en vogel die van kosteloos materiaal zijn gemaakt (bijgevoegd in dit document). Ik bespreek met de kinderen wat ze opvalt aan deze beelden, ze zijn niet gemaakt van standaard materialen. Ik bespreek met de kinderen van welke materialen je nog meer beelden en dieren zou kunnen namaken, ik doel er dan op om uiteindelijk uit te komen bij kosteloos materiaal. Dan bespreek ik met de kinderen welke materialen onder kosteloos materiaal valt. Papier, flessendoppen, lege flesjes, pakjes enz. Ik heb van te voren met de kinderen al van alles verzameld zodat we genoeg materialen hebben om aan de slag te gaan. Dan bespreek ik met de kinderen welke dieren ze leuk vinden en welke dieren er nog meer zijn naast de standaard huisdieren, je hebt ook nog onderwaterdieren, boerderijdieren, dierentuindieren enz. 



UITVOERINGSFASE

(welke activiteiten worden ondernomen om het doel te bereiken?)


De kinderen kiezen hun favoriete of juist het meest gekke dier uit dat ze kunnen bedenken. Ze gaan een ontwerp bedenken hoe ze hun dier na kunnen gaan maken met het kosteloze materiaal. Ik spreek met de kinderen af dat ze niet allemaal naar de tafel mogen rennen om kosteloze materialen te pakken. Dit gaan ze per groepje doen. Om te voorkomen dat alle materialen op zijn voordat het laatste groepje bij de tafel komt, spreek ik met de kinderen af dat ze de eerste keer maar 3-4 materialen mogen pakken. Als elk kind materialen heeft mogen ze later nog terug lopen om nog meer materialen te pakken. De kinderen gaan zelfstandig aan de gang met deze opdracht. Ik zorg dat er voldoende materialen zijn om de materialen met elkaar te verbinden, lijm, plakband, tape, nietjes enzovoort. Als de kinderen klaar zijn met hun dier kunnen ze hem gaan beplakken met verschillende materialen, gekleurd papier of verf. 


AFSLUITINGSFASE

(hoe rond je de les af? )

(op welke manier evalueer je de les en kijk je terug op de doelen?)
(vooruitblik op de komende les(sen)

Als de kinderen allemaal klaar zijn met hun beeld van een dier van kosteloos materiaal bedenken ze een naam voor hun kunstwerk. Ze maken dan een naambordje en richten het klaslokaal in als een museum. De kinderen gaan hun eigen kunstwerken tentoonstellen aan hun ouders




Geen opmerkingen:

Een reactie posten