Hallo bloggers.

Voor school moeten we een aantal opdrachten maken voor Beeldende Vorming lessen.

Veel kijk plezier en geef gerust reacties.

Groetjes,

Stefanie, Melanie, Jasmijn en Simone.

woensdag 4 april 2012

opdracht 5

Opdracht: Werk de 3 ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen uit op het web-log aan de hand van afbeeldingen van relevante kindertekeningen en een toelichting op typische kenmerken en beeldaspecten.

De gecodeerde werkelijkheid


kind van 4 jaar.
In deze tekening komen voor:
Objectkleuren: de objecten hebben de kleuren gekregen die ze in het echt ook hebben. de boomstammen zijn bruin en de bladeren zijn groen. Het kind heeft een blauwe trui aan en heeft zwart haar.
Grootteverschillen: het poppetje is groter dan de boven. De verhoudingen die het kind maakt kloppen niet.

kind van 5 jaar
In deze tekening komen voor:
Gesloten cirkelvorm: de cirkels die het kind getekend heeft zijn allemaal gesloten. Het is dus een mooie cirkel geworden.
Kopbuikpoter: Het kind heeft een een mannetje gemaakt. Dat mannetje heeft een hoofd, een buik en benen. daarom heet het een kopbuikpoter.

Het schema stadium:
kind van 7 jaar
In deze tekening komt voor:
Herhaling: Als wat op de tekening staat heeft te maken met sinterklaas en zwarte piet. alles is dus een herhaling.
Motief: De bakstenen van het huis komen steeds terug in de tekeningen. Dit nioemen we ook wel een motief.

kind van 8 jaar
In deze tekening komt voor:
Grondlijn: het kind heeft zelf een grond lijn  gemaakt en heeft daar alles op gebasseerd.

De zichtbare werkelijkheid.

kind van 11 jaar
In deze tekening komt voor:
Overlapping: Het kind heeft in het glas een aantal producten getekend. deze heeft het kind in elkaar over laten lopen. De garnaal ligt bijvoorbeeld voor de sla daarom heeft ze het stukje sla achter de garnaal niet getekend.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten